Vragen omgevingsplan

In het omgevingsplan staan regels voor de fysieke leefomgeving. De fysieke leefomgeving is wat we zien en voelen: lucht, water, bodem, natuur en ook wegen, water, gebouwen en leidingen. 

De gemeente is op 1 januari 2024 begonnen met een tijdelijk omgevingsplan, ook wel omgevingsplan van rechtswege genoemd. Dit tijdelijke plan bestaat onder andere uit ruimtelijke regels zoals die tot 1 januari 2024 in de bestemmingsplannen stonden. Ook maken een paar verordeningen deel uit van het omgevingsplan. Verder bestaat dit plan uit regels die tot 1 januari 2024 op rijksniveau golden. Deze regels gaan onder andere over geluid, geur, toegankelijkheid van gebouwen voor blusvoertuigen en nog meer. De gemeente heeft tot 1 januari 2032 de tijd om het tijdelijke omgevingsplan om te zetten in een omgevingsplan nieuwe stijl.

Sinds 1 januari 2024 beschikt de gemeente over een tijdelijk omgevingsplan, ook wel omgevingsplan van rechtswege genoemd. De gemeente moet het tijdelijke omgevingsplan omzetten in een omgevingsplan nieuwe stijl. Dit is een grote klus die voor 1 januari 2032 klaar moet zijn. Het beleid zoals opgenomen in de omgevingsvisie vormt input voor het maken van het omgevingsplan. Ook moeten we rekening houden met regels (instructieregels) van het Rijk en de provincie. Wij werken stapsgewijs via gebieden en thema’s toe naar een omgevingsplan voor de hele gemeente.

Een verordening is een document met regels over een bepaald onderwerp en vastgesteld door de gemeenteraad. Eén van die verordeningen is de algemene plaatselijke verordening (APV

De regels die in het omgevingsplan staan.

Om te kijken welke regels er gelden, kijkt men naar de toepasbare regels. Via zogenaamde vragenbomen – een vraag met antwoordmogelijkheden leidt naar een volgende vraag met antwoorden – komt u onderaan de streep bij de conclusie. Dan weet u: wat kan en mag er, mag u zo beginnen of moet u een melding doen of een vergunning aanvragen.

Alle regels over de fysieke leefomgeving zijn straks digitaal beschikbaar via het omgevingsloket. Per locatie is dan duidelijk welke regels daar gelden.  

Een belangrijk verschil is dat er straks één omgevingsplan is voor de hele gemeente. Tot 1 januari kenden we nog bestemmingsplannen voor verschillende gebieden. Denk aan bestemmingsplannen voor bijvoorbeeld het buitengebied, voor bedrijventerreinen of bestemmingsplannen voor afzonderlijke dorpen. Dat is dus veranderd. Een bestemmingsplan regelde waar je grond voor mag gebruiken en wat je er op mag bouwen. Een omgevingsplan gaat over veel meer zaken, bijvoorbeeld ook over geluid, geur en bodem.  Daarnaast regelen we in het omgevingsplan zaken die nu nog in verordeningen staan, zoals de algemene plaatselijke verordening (APV). Het doel van al deze veranderingen is dat alle regels over de fysieke leefomgeving bij elkaar op één plek staan: in het omgevingsplan