Toespraak wethouder Barbara Gardeniers
Dodenherdenking Balk 2024
Elk jaar op 4 mei staan we in heel Nederland twee minuten stil. Het is een dag die ons herinnert aan de verschrikkingen van oorlog en onderdrukking, maar die ons ook de kracht van vrijheid doet beseffen. Vandaag herdenken we niet alleen de slachtoffers van het verleden, maar kijken we ook vooruit, naar een toekomst waarin vrijheid nog steeds onze hoogste waarde is.
Van 1940 tot en met 1945 was het oorlog in Nederland. Inmiddels is dat 79 jaar geleden. Steeds minder mensen die de oorlog hebben meegemaakt kunnen hierover vertellen aan hun kinderen, kleinkinderen of achterkleinkinderen. Ook al wordt deze groep mensen steeds kleiner, de verhalen blijven en worden altijd doorverteld.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was ik nog niet geboren. Ik ken de verhalen en de beelden, maar ik kan me moeilijk een voorstelling maken van hoe het leven tijdens de oorlog er uitzag. Als ik terugdenk aan de verhalen van mijn oma besef ik hoe blij ik ben dat ik toen nog niet leefde.
Mijn oma vertelde over bombardementen, de honger en de kou. En de angst waar je iedere dag mee opstond en mee naar bed ging. Het continu leven in onzekerheid en het niet kunnen bouwen of zelfs maar denken aan een toekomst. Je leefde per dag en die dag overleven, elke dag weer, was het belangrijkste dat telde. Ook de morele dillema’s waar je mee te maken kreeg, zijn moeilijk om voor te stellen. De onlangs uitgezonden serie over de Joodse raad zet deze dilemma’s ontzettend krachtig neer.
Door de verhalen van overlevenden, of een film of serie op TV, ga je nadenken over hoe het zou zijn om niet in vrijheid te leven. Door te reflecteren over de situatie van toen, besef je beter wat de waarde is van het huidige leven in een vrije en democratische samenleving nu, waarbij iedereen mag meedenken en meebeslissen.
Vrijheid krijgt daarmee pas echt betekenis als we ons blijven realiseren wat onvrijheid betekent.
En vrijheid is nooit vanzelfsprekend.
Bijvoorbeeld in Oekraïne waar in 2022 de oorlog begon toen Rusland het land binnenviel. Of vanuit andere plekken in de wereld, waar mensen voor oorlog of geweld moeten vluchten. Het enige dat wij kunnen doen is hulp bieden. En dat doen we in De Fryske Marren. We hebben meerdere opvanglocaties voor mensen uit de Oekraïne en ook een AZC dat hier in Balk is gevestigd. Al meerdere jaren toont Balk op allerlei vlakken vrijwillige inzet om de mensen van het AZC een warm welkom te bieden en hen kennis te laten maken met de Nederlandse taal en cultuur.
En hier, op deze betekenisvolle plek, kunnen we ook herdenken dat vrijheid niet heel gewoon is. Op de marmeren gedenkplaat van het voormalige raadshuis van de gemeente Gaasterland, zien we vier namen. Vier Gaasterlanders die tijdens het oorlogsgeweld in de Tweede Wereldoorlog om het leven zijn gekomen: Jacobus Boomsma, Jeen Hornstra, Joop Schweitzer, Johannes Nagelhout en Teeuwes de Boer
Jacobus Boomsma kwam uit Sondel en in de herfst van 1943 moest hij onderduiken wegens verraad. Als ondergedoken districtleider van de Landelijke Organisatie voor hulp aan Onderduikers in de Zuidwesthoek van Friesland, wist Boomsma onder de schuilnaam ‘Karel I’ vele joden onder te brengen op schuiladressen in Gaasterland. Toen hij op 6 november 1944 bij een huis in Sneek, waar de centrale van de Knokploeg was gevestigd, aanbelde, deed de bezetter open. Boomsma probeerde te vluchten, maar werd op straat doodgeschoten. Hij werd begraven op de begraafplaats in Sondel. In dit dorp werd tevens een straat naar hem vernoemd, net als in de stad Bolsward.
Jeen Hornstra was een boer uit Wijckel en had tijdens de oorlog geen relaties met het verzet, maar kreeg van zijn neef het verzoek om wapens in zijn boerderij te verbergen. De volgende dag zou de partij opgehaald worden. Tijdens het overladen werd Hornstra echter gearresteerd en naar de gevangenis in Heerenveen gebracht. Samen met negen andere gevangenen werd Hornstra op 17 maart 1945 als represaillemaatregel gefusilleerd in Doniaga. Hij werd begraven op de begraafplaats in Wijckel, waar ook een straat naar hem is vernoemd.
Joop Schweitzer zat tijdens de bezetting ondergedoken in Elahuizen om zich aan de arbeidsinzet te onttrekken. Op 4 augustus 1944 voerde de Sicherheitsdienst samen met een aantal Landwachters in dit dorp een razzia uit. Schweitzer werd opgepakt en tijdens een vluchtpoging doodgeschoten. Hij werd begraven op de begraafplaats in Harich.
Johannes Nagelhout kwam uit Bakhuizen en was een matroos die bij het uitbreken van de oorlog op 10 mei 1940 aan boord was van een onderzeeër. De onderzeeër is op 19 juni 1940 op de Noordzee vermoedelijk op een mijn gelopen en met de gehele bemanning vergaan. In Bakhuizen is er een straatnaam vernoemd naar Johannes Nagelhout.
Teeuwes de Boer kwam ook uit Bakhuizen en trad in 1924 als vrijwilliger in dienst bij de Koloniale Reserve. Na de capitulatie van het voormalige Nederlands-Indië werd hij door de Japanse bezetter krijgsgevangen genomen. Op 21 september 1944 werd het Japanse schip waarop hij verbleef, door Amerikaanse onderzeeërs getorpedeerd. Alle opvarenden kwamen om. In Bakhuizen is ook een straat naar De Boer vernoemd.
Omdat jullie jaarlijks op deze plek op 4 mei bij elkaar komen, kunnen we samen stil staan bij de verhalen en herinneringen uit het oorlogsverleden. Hiermee krijgt onvrijheid een beeld. En hoe pijnlijk dat beeld ook kan zijn, het geeft een diepere waarde aan de soms zo vanzelfsprekende vrijheid waarin wij nu in mogen leven.
Laten we zuinig zijn op die vrijheid en de verantwoordelijkheid nemen om die vrijheid te koesteren.
Als afsluiting zou ik graag het gedicht ‘Als je de vrijheid tegenkomt’ van Ankie Peypers willen voordragen.
Als je de vrijheid tegenkomt – Ankie Peypers
Als je de vrijheid tegenkomt
en de vrijheid staat stil
en zegt ‘jij’
het kan overal zijn
de eerste sneeuw
een zomervakantie
een dag in mei
het kan altijd
een t.v. journaal
een land ver weg
de stad waar je woont
kijk dan met je ogen
kijk met je hart
als de vrijheid stil staat en ‘jij’ zegt
loop niet voorbij.